This is an old revision of the document!
Table of Contents
Morfologische variatie bij patroniemen met Jacob
Kaart A
Vraagstelling
Gedocumenteerd wordt de morfologische variatie bij patroniemen die teruggaan op de bijbelse voornaam Jacob.
Kaart A bevat de drie hoofdtypes:
- de nominatief (Jacob)
- de genitief op -s (Jacobs)
- de vormen met de suffixen -sen (Jacobsen) en -se (Jacobse), ontstaan uit Middelnederlands -sone
Gegevens
Type Jacobs:
Tokens: Jacobs (38133)
Jakobs (1125)
Jacops (395)
Iacobs (9)
Type Jacob:
Tokens: Jacob (1385)
Jakob (65)
Iacob (25)
Type Jacobsen:
Tokens: Jacobsen (709)
Jakobsen (196)
Type Jacobse:
Tokens: Jacobse (571)
Jacobze (8)
Kaart
Commentaar
De heiligennaam Jacob is kennelijk vooral in het zuidoosten van het taalgebied erg populair geweest: in deze regio, waar patroniemen de frequentste lexicale motiefgroep vormen, wonen tienduizenden mensen die Jacobs heten. Aan de naam van hun voorvader werd een genitiefuitgang -s toegevoegd. Ook elders in het taalgebied is de genitiefvariant Jacobs verspreid: in haast iedere Nederlandse en Vlaamse gemeente komt deze naam voor.
De nominatiefvorm Jacob komt - naar verwachting - in het zuidwesten van het taalgebied voor, maar alterneert er met het frequentere type Jacobs, behalve in het uiterste zuidwesten van West-Vlaanderen.
Het types met suffix -sen, uit Middelnederlands -sone, is in centraal-Nederland verspreid. Het Zeeuwse type -se is het talrijkst op de Zeeuwse eilanden, maar is ook naar de Randstad Holland geëxpandeerd.
Kaart B
Vraagstelling
Verspreiding van de gelatiniseerde varianten.
Gegevens
Type Jacobus:
Tokens: Jacobus (231)
Jakobus (24)
Type Jacobi:
Tokens: Jacobi (629)
Jacoby (114)
Jakobi (22)
Jacobij (20)
Jakoby (15)
Type Jacobusse:
Token: Jacobusse (70)
Type Jacobussen:
Token: Jacobussen (9)
Kaart
Commentaar
Kaart C
Vraagstelling
Verspreiding van de types met suffixen.
Gegevens
Kaart
Commentaar
Ann Marynissen