Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
morf-beroep [2022/03/31 14:03] ann | morf-beroep [2023/08/22 13:41] (huidige) ann | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ===== Ambtsnamen | + | ===== Algemeen: de structuur van beroepsnamen |
+ | (naar: Marynissen 2011a: 329) | ||
+ | |||
+ | Beroepsnamen zijn namen die het beroep, het ambt of de stand van de eerste naamdrager weergeven, bijv. //Visser, Brouwer, Timmerman, Droste, Meier, De Ridder, De Poorter//. Ze kunnen op verschillende manieren worden gevormd. \\ | ||
+ | Ofwel wordt het beroep na de voornaam geplaatst: //Jan Dekker//. \\ | ||
+ | Ofwel wordt een lidwoord voorgevoegd: | ||
+ | Ofwel krijgt de beroepsnaam de genitiefuitgang //–s// (sterke flexie) of //–en// (zwakke flexie): //Jan Deckers, Peter Winnen//. Sommige namen hebben bovendien een voorgevoegde //–s//: //Peter Swinnen//, //Jan Smulders// | ||
+ | Als men de geografische verspreiding van de hoofdtypes karteert, tekent er zich globaal een driedeling af in het taalgebied. Hier komen oude breuklijnen in het Nederlandse taallandschap aan het licht. | ||
+ | |||
+ | 1. In de noordelijke helft van het taalgebied – ten noorden van de Grote Rivieren - overheerst het type zonder lidwoord en zonder uitgang: type //Dekker//. Bij frequente beroepsnamen zoals //Dekker, Bakker, Kuiper, Visser, Mulder, Smit// reikt dit type tot aan de grens met België. Minder frequente beroepsnamen zoals //Ramaker, Corver, Schipper, Koning// komen ten zuiden van het Rivierengebied slechts in geringe mate voor.\\ | ||
+ | |||
+ | 2. In het zuidwesten zijn de vormen met voorgevoegd lidwoord oorspronkelijk: | ||
+ | In het noorden van het // | ||
+ | In Oost-Vlaanderen is het voorgevoegde lidwoord bij lexemen met // | ||
+ | |||
+ | 3. In het zuidoosten van het taalgebied staan beroepsnamen in de regel in de genitief. Afhankelijk van de buigingsklasse waartoe de overeenkomstige soortnamen behoren, hebben ze de sterke uitgang //–s// of de zwakke uitgang //–en// gekregen, bijvoorbeeld //Cuypers, Beckers, Slegers, Brouwers; Winnen. Paepen, Knaepen// | ||
+ | Een subcategorie van het genitieftype vormen de namen die zowel een genitiefuitgang als een genitiefaanloop hebben, bijvoorbeeld // | ||
+ | |||
+ | Vergelijk: [[morf-eigenschap-dier|Algemeen: | ||
+ | |||
+ | Ann Marynissen | ||
+ | |||
+ | ==== Kaart ==== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{:: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Kartering: Chris De Wulf, naar Marynissen 2011a: kaart 6.13 | ||