User Tools

Site Tools


lexicale_motiefgroepen

Differences

This shows you the differences between two versions of the page.

Link to this comparison view

Both sides previous revisionPrevious revision
Next revision
Previous revision
lexicale_motiefgroepen [2022/04/01 14:16] – [Commentaar] annlexicale_motiefgroepen [2022/08/03 09:36] (current) ann
Line 1: Line 1:
-===== Lexicale motiefgroepen ====== +===== Lexicale motiefgroepen en hun verspreiding ====== 
  
 Familienamen zijn deels gevormd met soortnamen, deels met eigennamen.\\ Familienamen zijn deels gevormd met soortnamen, deels met eigennamen.\\
-Hun historisch-etymologische betekenis is die van de soort- of eigennamen waarop ze teruggaan: de eerste drager van de naam //Timmerman// was ongetwijfeld een timmerman. Wie //De Groote// genoemd werd, viel op door zijn lengte. De eerste //Peeters// was de zoon van een //Peter//. De stamvader van de familie //Vanderlinden// woonde bij een linde, enz. Als een soortnaam echter een eigennaam wordt, gaat de lexicale betekenis ervan verloren: meneer //Timmerman// hoeft geen timmerman meer te zijn. De nazaten van meneer //De Groote// kunnen klein van gestalte zijn. //Jan Peeters'// vader draagt niet noodzakelijk de voornaam //Peter// en het staat niet vast dat de familie //Vanderlinden// nog in een bosrijke omgeving woont.+Hun historisch-etymologische betekenis is die van de soort- of eigennamen waarop ze teruggaan: de eerste drager van de naam //Timmerman// was ongetwijfeld een timmerman. Wie //De Groote// genoemd werd, viel op door zijn lengte. De eerste //Peeters// was de zoon van een //Peter//. De stamvader van de familie //Vanderlinden// woonde bij een linde, enz. Als een soortnaam een eigennaam wordt, gaat de lexicale betekenis ervan echter verloren: meneer //Timmerman// hoeft geen timmerman meer te zijn. De nazaten van meneer //De Groote// kunnen klein van gestalte zijn. //Jan Peeters'// vader draagt niet noodzakelijk de voornaam //Peter// en het staat niet vast dat de familie //Vanderlinden// nog in een bosrijke omgeving woont.
  
 Naargelang hun benoemingsmotief kunnen de familienamen in vijf lexicale motiefgroepen worden ingedeeld: Naargelang hun benoemingsmotief kunnen de familienamen in vijf lexicale motiefgroepen worden ingedeeld:
Line 10: Line 10:
 Patroniemen zijn gevormd met de voornaam van de vader, bijv. //Janssens//, //Gerritsen//, //Michiels//, //Davidse//, //Lambrecht//, //Florizoone//.\\ Patroniemen zijn gevormd met de voornaam van de vader, bijv. //Janssens//, //Gerritsen//, //Michiels//, //Davidse//, //Lambrecht//, //Florizoone//.\\
 Metroniemen zijn gevormd met de voornaam van de moeder, bijv. //Mariën//, //Roose//, //Cleeren//.\\ Metroniemen zijn gevormd met de voornaam van de moeder, bijv. //Mariën//, //Roose//, //Cleeren//.\\
-Voorbeelden van familienamen die teruggaan op verwanten in de tweede graad, zijn bijv. //Ooms//, //De Neve//.+Voorbeelden van familienamen die teruggaan op verwanten in de tweede graad, zijn bijv. //Ooms//, //De Neve, Cosyns//.
  
 ==== 2. Beroepsnamen ==== ==== 2. Beroepsnamen ====
-Beroepsnamen duiden het beroep of het ambt dat de eerste naamdrager uitoefende, aan. Dergelijke namen zijn een afspiegeling van hoe mensen vroeger de kost verdienden, bijv. //De Clerck//, //Smit//, //Beckers//, //Rademakers//, //Mulder// of welk ambt ze bekleedden, bijv. //Meijer//, //De Ridder//, //Droste//, //Schepens//.\\+Beroepsnamen duiden het beroep of het ambt aan dat de eerste naamdrager uitoefende. Dergelijke namen zijn een afspiegeling van hoe mensen vroeger de kost verdienden, bijv. //De Clerck//, //Smit//, //Beckers//, //Rademakers//, //Mulder//of welk ambt ze bekleedden, bijv. //Meijer//, //De Ridder//, //Droste//, //Schepens//.\\
 Vele beroepsnamen zijn ontstaan in een stedelijk milieu, bijv. de ambachtsnamen //De Wever//, //Ketelslegers//, //Barbiers//, //De Baerdemaeker//. Op het platteland hield men zich hoofdzakelijk met landbouw bezig, bijv. //De Boer//, //De Winne//. \\ Vele beroepsnamen zijn ontstaan in een stedelijk milieu, bijv. de ambachtsnamen //De Wever//, //Ketelslegers//, //Barbiers//, //De Baerdemaeker//. Op het platteland hield men zich hoofdzakelijk met landbouw bezig, bijv. //De Boer//, //De Winne//. \\
 In ieder dorp of stad was er vroeger een bakker, smid, molenaar, timmerman, (dak)dekker en koster. Het is dan ook geen toeval dat familienamen, afgeleid van dergelijke essentiële beroepen, in het hele taalgebied ruim verspreid zijn.\\ In ieder dorp of stad was er vroeger een bakker, smid, molenaar, timmerman, (dak)dekker en koster. Het is dan ook geen toeval dat familienamen, afgeleid van dergelijke essentiële beroepen, in het hele taalgebied ruim verspreid zijn.\\
Line 19: Line 19:
  
 ==== 3. Eigenschapsnamen en diernamen ==== ==== 3. Eigenschapsnamen en diernamen ====
-De groep van de eigenschapsnamen omvat de namen die een opvallend kenmerk van de eerste naamdrager aanduiden. Dergelijke namen kunnen verwijzen naar een fysiek kenmerk, bijv. //De Groote//, //De Bruyne//, //Crompvoets//, naar een karaktertrek, bijv. //De Wilde//, //Goedegebuure//, naar de leeftijd, bijv. //De Jong, Den Ouden//, naar een karakteristiek voorwerp of materieel bezit, bijv. //Hoet, Mettepenningen, Zondergeld//, naar incidenteel of permanent gedrag, bijv. //Seldeslachts, Vroegop//, naar de plaats of functie binnen de familie, bijv. //Bastaert//, naar geloof en mentaliteit, bijv. //Drijkoningen//, naar namen van jaargetijden, bijv. //De Winter//, //Somers//.\\+De groep van de eigenschapsnamen omvat de familienamen die een opvallend kenmerk van de eerste naamdrager aanduiden. Dergelijke namen kunnen verwijzen naar een fysiek kenmerk, bijv. //De Groote//, //De Bruyne//, //Crompvoets//, naar een karaktertrek, bijv. //De Wilde//, //Goedegebuure//, naar de leeftijd, bijv. //De Jong, Den Ouden//, naar een karakteristiek voorwerp of materieel bezit, bijv. //Hoet, Mettepenningen, Zondergeld//, naar incidenteel of permanent gedrag, bijv. //Seldeslachts, Vroegop//, naar de plaats of functie binnen de familie, bijv. //Bastaert//, naar geloof en mentaliteit, bijv. //Drijkoningen//, naar namen van jaargetijden, bijv. //De Winter//, //Somers//.\\
 Mensen kunnen ook worden vergeleken met dieren: bij familienamen als bijv. //De Leeuw//, //Vos//, //De Pauw// worden eigenschappen van dieren metaforisch aan mensen toegeschreven. Diernamen kunnen echter meerduidig zijn: ze kunnen ook op historische huisnamen teruggaan, bijv. //Van der Valk//, of indirecte beroepsnamen betreffen, bijv. //Haring//. //De Vis//.\\ Mensen kunnen ook worden vergeleken met dieren: bij familienamen als bijv. //De Leeuw//, //Vos//, //De Pauw// worden eigenschappen van dieren metaforisch aan mensen toegeschreven. Diernamen kunnen echter meerduidig zijn: ze kunnen ook op historische huisnamen teruggaan, bijv. //Van der Valk//, of indirecte beroepsnamen betreffen, bijv. //Haring//. //De Vis//.\\
  
Line 39: Line 39:
 (naar: Marynissen 2011a: 315) (naar: Marynissen 2011a: 315)
  
-Voor een uitvoerige studie, zie:\\ 
-Marynissen, Ann (2010): Ursprung, Motivierung und Bildung von Familiennamen am Beispiel des niederländischen Sprachgebiets. In: Cornelissen G. & H. Eickmans (Hrsg.): Familiennamen an Niederrhein und Maas. Von Angenendt bis Seegers/Zeegers. Schriftenreihe der Niederrhein-Akademie / Academie Nederrijn. Band 9. Bottrop: Peter Pomp Verlag, S. 11-35. [[http://kups.ub.uni-koeln.de/id/eprint/10092|urn:nbn:de:hbz:38-100924]] 
  
 ==== Kaart ==== ==== Kaart ====
Line 48: Line 46:
  
 Het aandeel van de vijf motiefgroepen aan de frequentste namen is niet gelijkmatig over het taalgebied verdeeld. Er bestaan aanzienlijke geografische verschillen wat de productiviteit van de vijf motieven betreft. Door het benoemingsmotief van de frequentste namen te bepalen, kan een motiefgeografie van de familienamen worden opgesteld (cfr. Goossens 1995).\\ Het aandeel van de vijf motiefgroepen aan de frequentste namen is niet gelijkmatig over het taalgebied verdeeld. Er bestaan aanzienlijke geografische verschillen wat de productiviteit van de vijf motieven betreft. Door het benoemingsmotief van de frequentste namen te bepalen, kan een motiefgeografie van de familienamen worden opgesteld (cfr. Goossens 1995).\\
- 
 Deze kaart geeft voor iedere provincie weer welke motiefgroep de frequentste is, op basis van de honderd frequentste namen per provincie (materiaal: Belgische familienamen uit 1987, Nederlandse familienamen uit 1993).\\  Deze kaart geeft voor iedere provincie weer welke motiefgroep de frequentste is, op basis van de honderd frequentste namen per provincie (materiaal: Belgische familienamen uit 1987, Nederlandse familienamen uit 1993).\\ 
  
-In Vlaanderen zijn afstammingsnamen het frequentst (rood ingekleurd). In vier van de vijf Vlaamse provincies (Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen) vormen deze namen de grootste groep. Absolute uitschieters zijn de provincies Limburg (56 procent) en Vlaams-Brabant (50 procent), waar (meer dan) de helft van de honderd frequentste namen een vaders- of moedersnaam is. Ook in de provincie Antwerpen is dit percentage bijzonder hoog (43 procent). In Oost-Vlaanderen is dit type met 32 procent minder dominant dan in de oostelijke helft van Vlaanderen. Het aandeel afstammingsnamen neemt in Vlaanderen van oost naar west af: in West-Vlaanderen heeft een ander type namen de bovenhand, namelijk de woonplaatsnamen (35 procent).\\+In Vlaanderen zijn afstammingsnamen het frequentst (rood ingekleurd). In vier van de vijf Vlaamse provincies (Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen) vormen deze namen de grootste groep. Absolute uitschieters zijn de provincies Limburg (56 procent) en Vlaams-Brabant (50 procent), waar (meer dan) de helft van de honderd frequentste namen een vaders- of moedersnaam is. Ook in de provincie Antwerpen is dit percentage bijzonder hoog (43 procent). In Oost-Vlaanderen is dit type met 32 procent minder dominant dan in de oostelijke helft van Vlaanderen. Het aandeel afstammingsnamen neemt in Vlaanderen van oost naar west af: in West-Vlaanderen heeft een ander type namen de bovenhand, namelijk de woonplaatsnamen (blauw ingekleurd) (35 procent).\\
  
 In Nederland is het beeld heel wat gevarieerder. De zuidoostelijke provincies Limburg en Gelderland sluiten aan bij het uitgestrekte oostelijke Vlaamse gebied met een overwicht aan afstammingsnamen (Limburg: 56 procent, Gelderland: 35 procent). Opvallend is dat de Nederlandse provincie Limburg een even hoog percentage heeft als Belgisch-Limburg, namelijk 56 procent: het toont de historische eenheid van deze regio binnen de Lage Landen aan.\\ In Nederland is het beeld heel wat gevarieerder. De zuidoostelijke provincies Limburg en Gelderland sluiten aan bij het uitgestrekte oostelijke Vlaamse gebied met een overwicht aan afstammingsnamen (Limburg: 56 procent, Gelderland: 35 procent). Opvallend is dat de Nederlandse provincie Limburg een even hoog percentage heeft als Belgisch-Limburg, namelijk 56 procent: het toont de historische eenheid van deze regio binnen de Lage Landen aan.\\
-Een dergelijk verband geldt niet voor het historische hertogdom Brabant: Noord-Brabant heeft naamkundig een heel eigen karakter: het is de enige provincie waarin de herkomstnamen het frequentste naamgevingsmotief vormen (30 procent).\\ +Een dergelijk verband geldt niet voor het historische hertogdom Brabant: Noord-Brabant heeft naamkundig een heel eigen karakter: het is de enige provincie waarin de herkomstnamen het frequentste naamgevingsmotief vormen (groen ingekleurd) (30 procent).\\ 
-In alle andere Nederlandse provincies voeren ofwel de beroepsnamen ofwel de woonplaatsnamen de rangschikking aan: beide naamtypen bereiken overal waarden van ruim 30 procent. In Zuid-Holland (33 procent), Utrecht (34 procent), Flevoland (33 procent), Overijssel (34 procent) en Friesland (39 procent) domineert de verwijzing naar de woonplaats van de eerste naamdrager als naamgevingsmotief; in Groningen (36 procent), Drenthe (30 procent), Noord-Holland (36 procent) en Zeeland (30 procent) heeft de referentie aan diens beroep, ambt of stand het vaakst een familienaam doen ontstaan. De groep van de eigenschapsnamen vormt in geen enkele provincie het frequentste naamgevingsmotief.\\+In alle andere Nederlandse provincies voeren ofwel de beroepsnamen (geel ingekleurd) ofwel de woonplaatsnamen (blauw) de rangschikking aan: beide naamtypen bereiken overal waarden van ruim 30 procent. In Zuid-Holland (33 procent), Utrecht (34 procent), Flevoland (33 procent), Overijssel (34 procent) en Friesland (39 procent) domineert de verwijzing naar de woonplaats van de eerste naamdrager als naamgevingsmotief; in Groningen (36 procent), Drenthe (30 procent), Noord-Holland (36 procent) en Zeeland (30 procent) heeft de referentie aan diens beroep, ambt of stand het vaakst een familienaam doen ontstaan. De groep van de eigenschapsnamen vormt in geen enkele provincie het frequentste naamgevingsmotief.\\ 
 + 
 +Voor een uitvoerige studie, onder meer met de verdeling per motiefgroep, zie:\\ 
 +Marynissen, Ann (2010): Ursprung, Motivierung und Bildung von Familiennamen am Beispiel des niederländischen Sprachgebiets. In: Cornelissen G. & H. Eickmans (Hrsg.): Familiennamen an Niederrhein und Maas. Von Angenendt bis Seegers/Zeegers. Schriftenreihe der Niederrhein-Akademie / Academie Nederrijn. Band 9. Bottrop: Peter Pomp Verlag, S. 11-35. [[http://kups.ub.uni-koeln.de/id/eprint/10092|urn:nbn:de:hbz:38-100924]]
  
 Ann Marynissen Ann Marynissen
  
lexicale_motiefgroepen.1648822589.txt.gz · Last modified: 2022/04/01 14:16 by ann

Donate Powered by PHP Valid HTML5 Valid CSS Driven by DokuWiki