Dit is een oude revisie van het document!
Algemeen: lexicale variatie #
De moderne familienamen vertonen streekgebonden lexicale variatie.
Elke streektaal heeft een van het Standaardnederlands afwijkende eigen woordenschat. Die dialectwoorden zijn deels bewaard in de familienamen. Voor het begrip ‘kleermaker’ bijvoorbeeld zijn er vier regionale woorden in gebruik geweest:
naaier (familienamen Denayer, Denaeyere e.d.) sutter (familienamen De Zutter, Sutter, De Sitter e.d.) snijder (familienamen Snijers, Snieders e.d.) schreuder (familienamen Schreurs, Schreuder e.d.) Deze woorden werden gebruikt in de tijd dat de familienamen ontstonden, maar ze kunnen in de huidige dialecten weer verdwenen zijn. Onze familienamen leren ons dus iets over de oudere woordenschat van het Nederlands. Zo is de benaming voor het verdwenen beroep ‘olieslager’ bewaard in de familienamen Slagmulder/Olieslagers. De ruimtelijke verdeling van de lexicale varianten kan ook gewijzigd zijn in de loop der eeuwen. De verspreiding van de familienamen die teruggaan op het slagersberoep, nl. Beenhouwer/Vleeshouwer/Slegers, stemt niet (meer) overeen met de huidige verspreiding van deze woorden in het taalgebied.