De verspreiding van familienamen die teruggaan op appellatieven of propria voor vrouwelijke religieuzen: enerzijds 'non', de algemene benaming voor een kloosterzuster, anderzijds 'witvrouw', de enige vrouwelijke kloosterorde die in familienamen bewaard is.
Vrouwelijke geestelijken zijn minder goed vertegenwoordigd in familienamen dan hun mannelijke geestesgenoten.
Als algemene aanduiding voor een vrouwelijke kloosterling is het woord non bewaard in de Zeeuwse en Hollandse familienamen Nonneke(n)s (met pejoratief diminutiefsuffix) en Non en in de gesuffigeerde naam Nonneman, met concentraties in Oost-Vlaanderen en Noord-Holland. De naam Nonneman kan een bijnaam geweest zijn voor een knecht in een vrouwenklooster.
De orde van de Magdalenazusters, boetzusters of penitenten van Maria Magdalena, naar de kleur van hun habijt ook 'witte juffrouwen', 'witte vrouwen' of 'witvrouwen' genoemd, is de enige vrouwelijke kloosterorde die in familienamen bewaard is: Witvrouwen en varianten. Deze namen komen geconcentreerd voor in het centrum van Vlaanderen, hoewel er ook in Nijmegen, Maastricht en Utrecht vrouwenkloosters van deze orde geweest zijn.
Type Witvrouw:
Tokens: Witvrouwen (367)
Witvrouw (88)
Wittevrouw (70)
Wittevrouwe (9)
Type Non:
Tokens: Nonneman (200)
Nonnekes (166)
Nonnekens (46)
Non (41)
Ann Marynissen