This is an old revision of the document!
Table of Contents
Sjwa-apocope in de standsnaam 'poorter'
Vraagstelling
Gekarteerd wordt de deletie van de slotsjwa in familienamen gevormd met het westelijk-Vlaamse substantief poorter, dat oorspronkelijk eindigde op –e: Mnl. poortere.
Gegevens
Type De Poorter:
Tokens: Depoorter (2170)
De Poorter (1207)
de Poorter (649)
Derpoorter (46)
DePoorter (16)
Type De Poortere:
Tokens: Depoortere (1167)
De Poortere (469)
de Poortere (21)
Derpoortere (7)
Kaart
Commentaar
Het Middelnederlandse substantief poortere behoort etymologisch tot de klasse van de masculiene ja-stammen, die in de nominatief/accusatief singularis klankwettig eindigden op -e. Deze slotsjwa is vanaf het laatste kwart van de 13de eeuw geapocopeerd, het eerst in het Utrechts, het Hollands en het Limburgs (Marynissen 1996: 182-194). In een zuidwestelijk gebied dat West-Vlaanderen, Zeeland en het westelijke Oost-Vlaams omvat, is de slotsjwa in de moderne dialecten tot op heden behouden (zie Marynissen 2009: 240-241).
In de familienamen is het kerngebied van het type De Poortere, met behoud van de slotsjwa, kleiner dan in de moderne dialecten: het omvat enkel het centrale en zuidelijke gedeelte van West-Vlaanderen en wordt in het westen en het oosten van die provincie begrensd door een omvangrijker De Poorter-gebied. Een mogelijke verklaring voor de discrepantie tussen de moderne dialecten en de familienamen, is het feit dat gesyncopeerde poortre-vormen, met de prosodisch wenselijke tweelettergrepige jambische structuur, in de familienamen, in tegenstelling tot bij de soortnamen, niet voorkomt.
Andere variatie
Ann Marynissen